Mijn Filosofie
door L. Ron Hubbard
“Mijn Filosofie”, daterend uit januari 1965, werd omschreven als
L. Ron Hubbard’s onbetwiste verklaring over zijn filosofische houding.
Het onderwerp filosofie is al heel erg oud. Het woord betekent “liefde voor, studie van, of nastreven van wijsheid of kennis van de dingen en hun oorzaken, of deze nu theoretisch of praktisch zijn”.
Alles wat we weten op het gebied van wetenschap of religie komt voort uit filosofie. Zij vormt de basis en staat boven alle andere kennis die we hebben of gebruiken.
Omdat men haar lang heeft gezien als iets wat alleen bestemd is voor de tempels der wetenschap en voor de intellectueel, is zij als onderwerp de gewone man bijna geheel ontzegd.
Omgeven als zij was door een beschermende laag van ondoorgrondelijke geleerdheid, bleef filosofie voor enkele bevoorrechten gereserveerd.
Het eerste uitgangspunt van mijn eigen filosofie is dat wijsheid bestemd is voor iedereen die naar haar zoekt. Zij dient zowel de burger als de koning en moet niet met angstige eerbied worden bekeken.
Zelfzuchtige geleerden vergeven het iemand maar zelden wanneer hij probeert de muren van geheimzinnigheid neer te halen en de mensen tot begrip uit te nodigen. Will Durant, de hedendaagse Amerikaanse filosoof, werd door zijn collega-geleerden bij het grootvuil gezet toen hij een populair boek over het onderwerp schreef met de titel Van Socrates tot Bergson. Men krijgt het dus zwaar te verduren als men wijsheid probeert te brengen aan de mensen tegen de bezwaren van de “kring van ingewijden” in.
Het tweede uitgangspunt van mijn eigen filosofie is dat ze moet kunnen worden toegepast.
Geleerdheid die opgesloten ligt in muffe boeken is voor niemand van veel nut en daarom waardeloos, tenzij ze kan worden gebruikt.
Het derde uitgangspunt is dat welke filosofische kennis dan ook alleen waarde heeft als ze waar is of als ze werkt.
Op het terrein van filosofie zijn deze drie uitgangspunten zó ongewoon, dat ik mijn filosofie een naam heb gegeven: Scientology. Dit betekent slechts “weten hoe te weten”.
Een filosofie kan alleen een weg naar kennis zijn. Ze kan niemand door de strot worden geduwd. Als iemand een weg heeft, kan hij vervolgens gaan ontdekken wat waar is voor hem. En dat is Scientology.
Ken jezelf – en de waarheid zal je vrijmaken.
Daarom houden we ons op het gebied van Scientology niet bezig met individuele activiteiten en verschillen. We houden ons alleen bezig met hoe we de Mens kunnen laten zien hoe hij zichzelf kan bevrijden.
Dit is natuurlijk niet bijster geliefd bij degenen die voor hun inkomen of macht afhankelijk zijn van de slaafsheid van anderen. Maar het is toevallig wel de enige manier die ik heb gevonden die werkelijk iemands leven kan verbeteren.
Onderdrukking en verdrukking zijn de wezenlijke oorzaken van depressiviteit. Als je iemand daarvan vrijmaakt, kan hij het hoofd weer opheffen, gezond worden en plezier krijgen in het leven.
Het mag dan niet geliefd zijn bij de slavenhouder, het is erg geliefd bij de mensen. De gewone man wil zich graag gezond en gelukkig voelen. Hij wil graag in staat zijn dingen te begrijpen. En hij weet dat zijn weg naar vrijheid bewandeld wordt door middel van kennis.
Daarom heeft de Mensheid sinds 1950 bij me aangeklopt. Het maakte niet uit waar ik woonde of hoe ver ik uit de buurt was. Sinds ik een boek* over dit onderwerp heb gepubliceerd, is mijn leven niet meer alleen van mijzelf.
Ik help anderen graag en ik reken het tot mijn grootste genoegens in het leven om te zien hoe iemand zichzelf bevrijdt van de schaduwen die zijn leven versomberen.
Die schaduwen lijken voor hem zo dicht te zijn en drukken zo zwaar op hem dat, zodra hij erachter komt dat het schaduwen zijn en dat hij erdoorheen kan kijken, erdoorheen kan lopen en opnieuw in de zon kan staan, hij ontzettend opgetogen is. En ik ben bang dat ik dan net zo opgetogen ben als hij.
Ik heb veel menselijk leed gezien. Ik was nog erg jong toen ik door Azië zwierf en het leed en de verschrikkingen zag van overbevolkte en onderontwikkelde landen. Ik heb op straat mensen gezien die zonder zich erom te bekommeren over stervenden heenstapten. Ik heb kinderen gezien die niet veel meer waren dan een skelet met wat vodden aan. En te midden van deze armoede en vernedering trof ik heilige plaatsen aan waar van grote wijsheid sprake was, maar waar zij zorgvuldig verborgen werd gehouden en alleen als bijgeloof aan de mensen werd gegeven. Later, aan de westerse universiteiten, zag ik de Mens geobsedeerd door materialistische zaken en zag ik hem, met al zijn vernuft, het kleine beetje wijsheid dat hij werkelijk had, verbergen in de kille tempels van de wetenschap en het onbereikbaar maken voor de gewone en minder bevoorrechte mens. Ik heb een afschuwelijke oorlog doorgemaakt en ik heb de verschrikking en de pijn ervan gezien die met geen enkel woord van fatsoen of menselijkheid werden verzacht. Ik heb niet in afzondering geleefd en voel minachting voor de wijze die niet heeft geleefd en voor de geleerde die niet van plan is zijn kennis te delen.
Er zijn vele mensen geweest, wijzer dan ik, maar weinigen hebben evenveel wegen bewandeld.
Ik heb het leven gezien in al zijn facetten. Ik weet hoe het eruit ziet, van diverse kanten bezien. En ik weet dat er wijsheid is, en dat er hoop is.
Toen ik aan het einde van de Tweede Wereldoorlog blind was ten gevolge van beschadigde oogzenuwen en verlamd wegens verwondingen aan mijn heup en rug, ging ik een haast uitzichtloze toekomst tegemoet. Mijn dossier met mijn staat van dienst vermeldt: “Deze officier heeft geen enkele neurotische of psychotische tendens van welke aard dan ook.” Maar er staat ook: “blijvende lichamelijke ongeschiktheid”. En toen kreeg ik de volgende klap – ik werd door mijn familie en vrienden in de steek gelaten omdat er verondersteld werd dat ik voor altijd kreupel zou blijven en voor hen een last zou gaan betekenen voor de rest van mijn leven. Toch slaagde ik erin binnen twee jaar weer gezond en sterk te worden, waarbij ik alleen gebruikmaakte van wat ik wist en van wat ik kon vaststellen omtrent de Mens en zijn relatie tot het universum. Ik had niemand om me te helpen; wat ik moest weten, daar moest ik maar zien achter te komen. En het is een hele kunst om te studeren zonder dat je kunt zien. Ik raakte eraan gewend te horen dat het allemaal onmogelijk was en dat er geen uitweg was, geen hoop. Toch lukte het me om weer te zien en weer te lopen, en ik bouwde een heel nieuw leven op. Het is een gelukkig leven, een druk en naar ik hoop nuttig leven. Mijn enige trieste momenten zijn de momenten waarop onverdraagzame fanatici andere mensen vertellen dat alles slecht is en dat er geen uitweg meer is, geen hoop, alleen maar verdriet en eenzaamheid, dat alles altijd hetzelfde blijft en dat elke poging om anderen te helpen bedrog is. Ik weet namelijk dat het niet waar is.
Dus mijn eigen filosofie is dat men elk stukje wijsheid dat men heeft moet delen, dat men anderen moet helpen zichzelf te helpen, en dat men het bij tegenspoed niet moet opgeven, want na regen komt zonneschijn. En stoor je niet aan de spottende kreten van de zelfzuchtige intellectueel, zoals: “Geef de geheimen niet prijs. Laten we het voor ons zelf houden. De mensen begrijpen het toch niet.”
Maar aangezien ik wijsheid die men voor zichzelf houdt nog nooit iets goeds heb zien doen, en aangezien ik anderen graag gelukkig zie en merk dat de grote meerderheid van de mensen haar kan begrijpen en haar echt begrijpt, ga ik zolang ik leef door met schrijven, werken en onderrichten.
Want ik ken geen mens die het monopolie heeft op de wijsheid van dit universum. Zij behoort aan hen die haar kunnen gebruiken om zichzelf en anderen te helpen.
Als de dingen een beetje beter bekend en begrepen zouden worden, zouden we allemaal een gelukkiger leven leiden.
En er is een manier om ze te kennen en er is een weg naar vrijheid.
Het oude moet plaatsmaken voor het nieuwe, de waarheid moet de leugen aan het licht brengen en hoewel de waarheid wordt bestreden, overwint ze uiteindelijk altijd.
*Dianetics: De Leidraad voor het Menselijk Verstand, gepubliceerd in mei 1950.